Q. Plannen en organiseren

• Je formuleert duidelijke en concrete doelen.
• Je brengt (deel)activiteiten van te voren in kaart.
• Je plant de benodigde tijd voor activiteit realistisch in.
• Je stelt vast welke mensen en middelen nodig zijn om het werk uit te voeren.
• Je formuleert het plan van aanpak op logische en kritische wijze.
• Je bewaakt de voortgang ten aanzien van te halen deadlines en gestelde doelen.

 

eerst plande ik mijn werk niet goed in waardoor ik bijna altijd in tijdsnood kwam. maar nu probeer ik mijn logboek goed in te plannen zodat ik alles op tijd af heb. ook probeer ik mijn materialen die ik nodig heb voor mijn project op tijd aan te schaffen. ik ben wel beter geworden in deze competentie maar ik vind dat ik het nog beter kan doen.